Kinderen die meer aankunnen

Begaafdheid op de Montessorischool Spijkenisse

Begaafdheid is …… Begaafdheid gaat over leerlingen die op een andere manier en veel meer denken over onderwerpen, veel verder zijn met de leerstof en er sneller doorheen gaan. Deze leerlingen hebben  behoefte aan herkenning, erkenning, begeleiding en een passend onderwijsaanbod.

Vooral het herkennen en erkennen van begaafdheid is belangrijk. Als je als leerkracht erkenning geeft aan begaafdheid voelt de leerling zich gezien. Niet alle begaafde leerlingen vallen op. Sommige begaafde leerlingen blijven hun hele schoolloopbaan ongezien.

De begeleiding aan een begaafde leerling doe je niet alleen. De samenspraak tussen school en ouders is erg belangrijk hierin. Kinderen zijn gebaad bij een eenduidige benadering.

One specialist Tessa Oost heeft deze tekst over hoogbegaafdheid geschreven.

Als Montessorischool kunnen we leerlingen die meer aankunnen veel bieden; het aanbod wordt immers aangepast op dat waar het kind aan toe,  nodig heeft en aankan. Leren lezen in groep 2 is geen probleem, sommen over de 100  in groep 1 ook niet.  In onze heterogene groepen doen leerlingen al snel mee met de groep  oudere kinderen en door de intellectuele wandeling die we stimuleren (kinderen gaan regelmatig even naar een andere bouw om te werken of materialen te lenen)  is het ook eenvoudig om werk uit de volgende bouw te maken. Voor de leerlingen in de bovenbouw hebben we materialen uit het voortgezet onderwijs en leren we studievaardigheden aan.  Het materiaal in de bovenbouw biedt overigens nog heel lang voldoende uitdaging: worteltrekken, hoeken berekenen, zins- en taalkundig ontleden, Engels en geometrie. Kortom, er is  genoeg te doen.

Desondanks zijn we een programma aan het ontwikkelen waarmee meer- en hoogbegaafde leerlingen, gediagnosticeerd of niet, extra uitdaging krijgen, waardoor ook zij gemotiveerd naar school blijven gaan. Dat programma  zal  onder andere gericht zijn op:

– compacten minder van de basisstof

– verdieping: bij een deel van de basisstof wordt meer verwacht van de leerling

– verrijking: er worden andere vakken en onderwerpen aangeboden

– werken aan competenties als samenwerken, organiseren, presenteren, onderzoek doen, verslaglegging, samenvatten

– werken met andere MHBers

Zo  willen we een gebalanceerd programma bieden in alle bouwen voor de MHB leerlingen.  In enkele gevallen zal het overslaan van een groep worden overwogen. Net als bij doubleren, zijn dit uitzonderingen; sociaal-emotioneel gezien is het voor kinderen het best wanneer ze niet minder dan 8 jaar over de basisschool doen. De resultaten op de langere termijn bij kinderen die een jaar minder op de basisschool hebben gezeten, zijn niet zodanig positief dat we dit aanmoedigen. 

Wanneer voor de aanpak in de klas het nodig is om het IQ van een leerling te weten, adviseren we een intelligentieonderzoek.  Echter, het is lang niet altijd nodig om onderzoek te doen, om te weten of een kind meer- of hoogbegaafd is.  Bij twijfel of vragen hierover raden we ouders aan hierover met de leerkracht, de IBer en de HBspecialist in gesprek te gaan. 

 

Wat is begaafdheid?

Metafoor:
De vlinder, opvallend als een dagpauwoog zo onopvallend als het koolwitje.

De vlinder is kieskeurig en kiest alleen de mooiste bloemen uit.

De vlinder kent een levenscyclus en is er niet altijd.

De vlinder is kwetsbaar en niet altijd zichtbaar door de schudkleur van de vleugels.

Een begaafde leerling valt niet altijd op. Soms verbergt hij zijn krachten zoals de vlinder zijn kleur verbergt. Een onopvallende leerling is vergelijkbaar met het koolwitje. De kleurrijkste bloemen kunnen vergeleken worden met de uitdagende leeromgeving die een begaafde leerling nodig heeft. Er zijn in een klas niet veel begaafde leerlingen net als de vlinder is het er dus niet altijd. De wijze waarop er gedacht wordt over begaafde leerlingen, altijd sterk en weinig begeleiding nodig, maakt deze leerling kwetsbaar. Net als de vleugels van de vlinder.

Wat is begaafdheid?

Als je aan (hoog) begaafde kinderen denkt, denk je al snel aan kinderen met een hoog IQ (intelligentiequotiënt). Dit is de meest traditionele manier om naar begaafdheid te kijken. Een gemiddeld IQ is tussen de 85-110, met een IQ tussen de 115 en 130 ben je begaafd en met een IQ van 130 of hoger spreken we van hoogbegaafdheid.

Niet alleen een hoge intelligentie, wat dan nog meer?
Alleen een hoge intelligentie is niet voldoende om als hoogbegaafd gelabeld te worden, je moet op een of meerdere vlakken heel erg goed zijn. Dit wel in vergelijking tot leeftijdsgenootjes. Wat goed is en wat minder goed is wordt bepaald door de gemiddelde beheersing van leeftijdsgenootjes. Ook het hebben van voldoende sociale competentie is een voorwaarde om van (hoog) begaafdheid te kunnen spreken. De hersens van een kind zijn als spieren in ontwikkeling. Deze spieren moeten worden getraind  om sterker en dus beter te worden. De omgeving is daarbij ook belangrijk. Ieder persoon wordt geboren met verschillende fysieke mogelijkheden en vaardigheden. De training van de persoon en de omgeving maakt of je sterker wordt of niet.

 

Visies op begaafdheid                                                                                                                                     

Er zijn 3 visies binnen het gedachtengoed begaafdheid. De eerste visie vindt het hebben van het label begaafdheid, middels een Intelligentie onderzoek belangrijk. De tweede visie heeft een bredere kijk op begaafdheid. Zij vinden dat je ook begaafd kunt zijn op niet schoolse vakken. Het hebben van motivatie en support vinden zij belangrijk. De laatste visie vindt dat leerlingen geen label nodig hebben. Zij kijken naar de leerbehoeftes van een leerling en of hier in de klas aan voldaan kan worden. Leerlingen die als begaafd erkend worden op de basisschool, zetten dit op latere leeftijd niet altijd om in een succesvolle carrière. Maar leerlingen die op de basisschool niet als begaafd worden bestempeld kunnen op latere leeftijd toch laten zien dat zij succesvol zijn. Het hebben van een hoge intelligentie is dus geen garantie voor succes in de toekomst.

Begaafdheid op school   

Het onderwijs aan leerlingen kan op verschillende manieren worden vormgegeven.

  • Exclusie: leerlingen die anders zijn worden buiten gesloten. Dit mag in Nederland niet.
  • Segregatie: leerlingen met hetzelfde ‘rugzakje’ zitten bij elkaar. Zij krijgen veel begeleiding. Dit kan alleen op speciaal onderwijs.
  • Integratie: alle leerlingen die hetzelfde ‘rugzakje’ hebben zitten bij elkaar in een klas op een reguliere school. Voorwaarde, andere klassen hoeven zich niet aan te passen.
  • Inclusie: alle leerlingen bij elkaar. De leerstof wordt voor elke leerling aangepast.

In Nederland is er sinds 2012 de Wet op Passend onderwijs. Dit houdt in dat er voor alle leerlingen een passende plek gezocht wordt. Leerlingen gaan zoveel mogelijk naar een reguliere school. Samen waar het kan, alleen waar nodig.

Onderpresteren       

Voor (hoog)begaafde kinderen ligt onderpresteren altijd op de loer. Ook al komt dit meestal pas tot uiting op de middelbare school, de mogelijke ontwikkeling begint al op de basisschool. In het kort houdt onderpresteren in dat het kind zijn mogelijkheden niet benut en eigenlijk gedurende de schoolperiode in zijn ‘hangmat’ ligt, tot hij eruit wordt gekiept of eruit stapt. Het onderpresteren start als het kind onaangepaste leerstof krijgt. Hiermee bedoelen we, leerstof die het kind op de een of andere manier al eigen heeft gemaakt. De onaangepaste leerstof leidt tot demotivatie wat dan resulteert in onderpresteren. Het onderpresteren is overigens niet alleen van toepassing op (hoog)begaafde kinderen maar geldt voor elk kind. Op school uit het onderpresteren zich op twee manieren;
1. Het behalen van lage schoolresultaten.
2. In de werkhouding en gedrag van het kind ( traag werktempo, schoolmoeheid, snel afgeleid, stoorzender in de klas, slordigheid en fouten maken) Eigenlijk alles wat niet gewenst is.
Kortom, onaangepaste lesstof wordt eerst met motivatie gemaakt maar langzaam verdwijnt de motivatie voor het maken van werkjes die je al kunt en volgt onderpresteren. Het onderpresteren kan teruggedraaid worden. Dit verreist inzet van de leerkracht, het kind en de ouders. Anders dan je wellicht zou denken ligt de oplossing van het probleem ‘onderpresteren’ in de eerste plaats niet op school. Onderpresteren is eerst en vooral een ‘opvoedingsprobleem’.

 

 

(hoog)begaafde kinderen

(Hoog)begaafdheid is meer dan een hoge intelligentie en kenmerken in de cognitieve ontwikkeling van het kind. Onderstaande kenmerken komen ook voor bij niet (hoog)begaafde kinderen, alleen is de manier van reageren anders dan bij (hoog)begaafde kinderen.

De lat (te) hoog leggen/ faalangst   (hoog)begaafde kinderen kunnen erg perfectionistisch zijn. Het perfectionisme uit zich niet in het opruimen van bijv. hun kamer of hun laatje in de klas maar in het perfect willen uitvoeren van opdrachten en taken. Dit perfectionisme uit zich in het onrealistisch hoog leggen van de lat op allerlei momenten. Omdat deze kinderen vaak niet kunnen voldoen aan hun zelf opgelegde norm, worden ze vaak extreem bang om te falen. Het gevolg is dat ze gewoon niet meer beginnen aan een taak of het gelijk al opgeven. Kinderen ondervinden veel problemen met het opleggen van hoge verwachtingen. Als ouder en leerkracht kun je het beste uitleggen dat jij zelf heel tevreden bent met een bepaald resultaat. Belangrijk is dat je het kind begrijpt en zijn ontevredenheid niet wegwuift.

 

Sterk rechtvaardigheidsgevoel    (hoog)begaafde kinderen hebben een opvallend groot rechtvaardigheidsgevoel. Regels, gemaakte beloftes en niet nagekomen van beloftes maken deel uit van hun leven. Het is dan ook niet gek dat (hoog)begaafde kinderen meer dan eens als autistisch worden bestempeld. Ze krijgen dan ook nog weleens een verkeerde diagnose. Deze kinderen zijn erg bezig met de regels die gelden en een belofte die gemaakt is. Ze gaan dan ook in discussie als de belofte niet wordt nagekomen.

 

De gevoelige kant van een (hoog)begaafd kind    Gevoeligheid is ook een eigenschap die je veel ziet bij (hoog)begaafde kinderen. Zo voelen deze kinderen zich verantwoordelijk voor bijv. hun broertje of zusje, kunnen ze zich heel druk maken over bijv. een uitstapje en de gevaren die daar op de loer liggen maar ze kunnen ook andere personen heel goed inschatten. Voor een (hoog)begaafde leerling kan het heel verwarrend zijn als bijv. de juf iets zegt maar eigenlijk iets heel anders uitstraalt. Vaak wordt gezegd dat deze kinderen sociaal- emotioneel wat ‘jong’ zijn.

 

Kritische instelling    (hoog)begaafde kinderen hebben als het ware een scanner bij zich. Met deze zogenaamde ‘scanner’ wordt alles en iedereen doorgelicht.  Het resultaat van de ‘scans’ is definitief en de interpretatie vaak onomkeerbaar. Dit is vooral een probleem als de scan negatief uitvalt. Vanuit deze kritische instelling zijn (hoog)begaafde kinderen ook ontzettend eerlijk. Deze eerlijkheid kan, als ze ouder worden, nog weleens als ongepast of pijnlijk worden ervaren. (hoog)begaafde kinderen moeten leren dat iets wel zo kan zijn, maar dat ze dat niet zomaar kunnen zeggen.

(Hoog)begaafdheid in Nederland

De juiste ondersteuning

Ieder kind verdient het beste onderwijs en de ondersteuning die hierbij nodig is, het liefst op een school in de buurt. Wij betrekken elk kind bij zijn of haar eigen ontwikkelingsproces. Leerkrachten werken samen en maken gebruik van elkaars expertises. Zo is er binnen het samenwerkingsverband altijd de nodige kennis in huis om de juiste ondersteuning te bieden aan ieder kind.

Wetswijziging

Rudger Heerema, Tweede Kamerlid: ” Ook hoogbegaafde kinderen verdienen de best passende plek in het onderwijs. Daarom heb ik tijdens het nota overleg over passend onderwijs, veel tijd aan hoogbegaafdheid besteed. Kinderen die hoogbegaafd zijn, kunnen niet per definitie veel beter leren. Maar ze zijn creatiever in het vinden van oplossingen voor complexe problemen met een denkvermogen dat vele malen sneller is dan de andere kinderen in hun klas, misschien wel van de hele school en waarschijnlijk ook van het docenten team. Hoogbegaafdheid is geen handicap, maar, mits goed begeleid en uitgedaagd, iets prachtigs en unieks.” Passend onderwijs was niet toegankelijk voor hoogbegaafde kinderen, maar door de moties van Rutger Heerema (nov 2020) is dat veranderd. 

Pharos voor ouders

De vereniging Pharos is er voor ouders van hoogbegaafde kinderen. Het doel van de vereniging is het bevorderden van het herkennen, erkennen en het op een positieve manier omgaan met het hoogbegaafde kind.